Destination Santiago
Geschreven door Michiel op 16 juli 2017
Het is al vroeg in de ochtend als ik wakker wordt. De zon komt net over de horizon en ik besluit om me nog wat op het terras achteraan te zetten, terwijl de andere nog slapen. Ik zie de zon zachtjes over de velden opkomen, terwijl de anderen rustig wakker worden. Ook José en zijn familie worden wakker en zijn helemaal klaar om ons van een zalig ontbijt te voorzien. Als Magalie uit de kamer komt, blijkt dat zij het iets moeilijker heeft vandaag. Ze heeft koorts! Nu, ik kan jullie zeggen dat als Magalie koorts heeft, ze echt ziek is!
Magalie besluit om toch te ontbijten, maar laat vandaag (voor de eerste keer sinds we hier zijn) het stuur aan iemand anders over. Aangezien we maar met twee officiële bestuurders zijn, betekent dat dat ik vandaag Caballo veilig over de putten in de weg zal moeten loodsen, met Tom als mijn navigator. Piece of cake!
We starten een uurtje nadat we zijn opgestaan aan de weg naar Santiago met El Cobre als tussenstop. Arjo had ons gezegd om daar zeker eens te stoppen, omdat daar een prachtige kathedraal te vinden is. Zo gezegd, zo gedaan. Tom plant de route and off we go. De tocht verloopt vlotjes, er zijn niet te veel putten en Caballo doet het goed. Ondertussen kan Magalie wat slapen en hopelijk is ze dan snel terug de oude.
Na ongeveer een uurtje rijden moeten we een eerste stop maken: de politie is controle aan het doen en uiteraard worden we voor de eerste keer in Cuba tegengehouden. Ligt dat nu aan mij of is het toeval? Geen idee, maar het feit blijft dat we dus controle hebben. Dat slaapje van Magalie is daarmee ook verstoord, want alle papieren van de auto, onder andere het papier waar op staat dat ik een bestuurder van de auto ben, zitten in haar bagage. Magalie ziet er nog altijd niet te best uit als we haar wakker maken. Fingers crossed dus dat het beter wordt. Nadat we de nodige papieren kunnen voorleggen, mogen we verder rijden. On to El Cobre!
Of, dat zou je denken. We zijn ongeveer halverwege onze trip als we eventjes de weg kwijt zijn. Dat kan al eens als je enkel een digitale kaart hebt om je op te baseren. Tom haalt dus zijn beste Spaans boven en vraagt de weg aan een voorbijganger, die ons verzekert dat we wel degelijk op de juiste baan zitten. Het enige probleem is dat de weg “weg” is. Enkel een hobbelig baantje met veel putten en vooral zand blijft over. Met het nodige geduld raken we beetje bij beetje verder op het baantje, terwijl de onderkant van Caballo af en toe eens onzacht contact maakt met de grond (zelfs al rijden we gemiddeld 10km/u). De apotheose komt als we bijna op het einde van de onverharde weg zijn. We moeten een verhoogd treinspoor over en ik heb mijn twijfels of we dat wel zullen halen. We nemen een kleine aanloop en … Caballo weet nu ook hoe treinsporen voelen. Gelukkig is de onderkant goed beschermd! Wat een weg van 10 minuten moest zijn, werd er uiteindelijk eentje van een uur. Maar, we zijn er eindelijk van af.
De rest van de rit tot aan El Cobre was smooth sailing. Geen putten, geen onverhaarde wegen, … Gewoon doorrijden. Tot het laatste stukje. We zien de kathedraal al op een berg prijken, maar de kortste weg vinden, dat is nog een uitdaging. We draaien een onverharde weg in en worden tegengehouden door een local. “Of we geen kaartjes wilden kopen voor de kathedraal,” vroeg hij. Hij zag er een beetje shady uit, zijn kaartjes waren allesbehalve van goede kwaliteit én we waren nog enkele kilometers van de kathedraal. Als we kaartjes moeten kopen om de kathedraal te bezoeken, dan zullen we dat ook wel kunnen aan de kathedraal zelf ook zeker? We besluiten dus om niet in te gaan op zijn aanbod, tot grote frustratie van onze tot dan toe vriendelijke, maar opdringerige verkoper. Als we uiteindelijk El Cobre zelf binnenrijden, merken we waarom: het is bezaaid met oplichters die je proberen “kaartjes voor de kathedraal” te verkopen. Het blijkt dat je absoluut geen kaartjes nodig hebt en dat de kathedraal vrij te bezoeken is. Wat een goedkope manier om geld te proberen verdienen! Maar blijkbaar wordt het wel getolereerd, want de “verkopers” lopen zelfs bijna onder je auto om je kaartjes te proberen aansmeren.
De kathedraal zelf ligt boven op een berg en is vanuit de omgeving goed zichtbaar. We parkeren aan de achterzijde en wandelen richting de ingang. Magalie is ondertussen al een beetje beter, maar ziet er toch nog wat ziekjes uit. Maar, we zijn toeristen after all en je moet al op spoed belanden voor je ons kan tegenhouden (en ik kan het weten). Aan de ingang van de kathedraal worden we tegengehouden. De rug van Magalie is zichtbaar en zo mag je natuurlijk de kathedraal niet binnen. Omdat de middagzon ondertussen al ferm brandt en omdat Magalie nog wat ziekjes is, gaan Annelien en ik snel een t-shirt halen die ze kan aandoen over haar topje, terwijl Magalie en Tom eventjes in de schaduw wachten. Als we terugkomen, gaan we nog eventjes wat foto’s nemen van aan de trappen die naar de ingang van de kathedraal leiden en daarna bezoeken we de kathedraal zelf.
Onderweg naar de kathedraal werden ook overal bloemen en kaarsen verkocht. Nu wordt duidelijk waarom: ze verkopen hier geen van beiden. Onze traditie van een kaarsje aansteken in een kathedraal zal dus eventjes moeten wachten. We geven onze ogen nog wat verder de kost en worden helemaal stil van alles hier. Om op zo’n afgelegen plek te staan, is er best ook wel veel volk in de kathedraal. We blijven ongeveer een half uurtje hangen en daarna is het dan tijd om verder richting Santiago de Cuba te rijden met als volgende tussenstop “Gran Piedra”.
Gran Piedra is letterlijk vertaald “grote steen” en dat mag je effectief ook vrij letterlijk nemen. Gran Piedra ligt boven op een berg waar je uitzicht hebt over Santiago de Cuba. Klein detail: we moeten een weg van 17km lang nemen die zigzaggend naar boven kronkelt op de berg. Vol goede moed starten we er aan. Af en toe heeft Caballo het een beetje lastig, maar als we dan onderweg een auto tegenkomen die een wiel verloren is (en midden op de weg staat), lijkt Caballo het dus verbazingwekkend goed te doen. Met veel gehuf en gepuf komen we uiteindelijk boven aan een klein cafétje. We parkeren ons en vanaf daar moeten we te voet verder. Voor een kleine 5cuc mogen we de trappen achteraan het cafétje nemen en zo verder de berg op gaan, richting de “grote steen”.
Net zoals Caballo daarnet aan het huffen en puffen waren, zo puffen wij nu ook allemaal. De ene al wat meer dan de andere, allemaal om andere redenen. Tom en Annelien doen de kop, ik zit er ergens tussen en Magalie bengelt achteraan (normaal zou dat mijn plaats zijn, maar Magalie is nog altijd ziek, ook al heeft het dutje in de auto haar wel deugd gedaan). Stap per stap, trede per trede, komen we wel dichter bij de top. Als we een 20-tal minuutjes later de hoek omdraaien, zien we hem al. Nog enkele minuten en we staan bovenop de rots. Als we bovenkomen is het zicht fantastisch. In de verte zien we de oceaan, tussenin ligt Santiago de Cuba en nog wat bossen en daar staan wij.
Lang kunnen we er niet van genieten, want er komt mist opzetten. Voor de eerste keer zie ik mist de berg oprollen en voor we het weten, staan we er middenin. Gelukkig hebben we het moment kunnen vereeuwigen met enkele prachtige foto’s van de mist die na ons dan ook weer de berg afrolt. De mist was zo dik, dat we zo goed als niks meer konden zien. We zaten de afdaling weer in, zodat we in het cafétje kunnen genieten van een welverdiend drankje.
Niet veel later beginnen we onze afdaling van de berg. Waar we Caballo bij het naar boven komen bijna moesten duwen, moet ik hem nu in zo goed als elke bocht tegenhouden om niet te snel te gaan. De afdaling verloopt zo vlot als we maar kunnen wensen en zelfs de auto zonder wiel (die er nog steeds staat, poor people) passeren we zonder al te veel problemen. We staan in no time beneden aan de berg (maar gelukkig ook niet te snel) en kunnen onze laatste rit van de dag inzetten. Destination Santiago de Cuba!
We rijden na een klein kwartiertje al door de tweede grootste stad van Cuba, op zoek naar Casa Aurora, waar wij onze nacht zullen doorbrengen. Met navigator Tom moet dat geen probleem zijn, hij heeft ons echt al overal gebracht! Maar, wat wij niet wisten (en op de kaart ook niet zo duidelijk is), is dat Santiago de Cuba bezaaid is met éénrichtingsstraten. Én wegenwerken, zo blijkt. We rijden meer dan eens verloren, maar slagen er toch altijd terug in om op het juiste stuk terecht te komen. Na heel wat zoeken en draaien en opnieuw zoeken en draaien, vinden we uiteindelijk de casa. Op de benedenverdieping is een restaurantje en één van de kamers, terwijl er op de bovenverdieping nog een kamer is. De dames gaan voor de kamer beneden (minder sleurwerk én de airco had al goed zijn best gedaan), terwijl wij naar boven gaan.
Als we alles uitgepakt hebben, worden we beneden uitgenodigd om te genieten van een drankje aangeboden door het restaurant. In zo’n temperaturen is verfrissing uiteraard altijd welkom. Zeker als je weet dat er nog een wandelingetje op het menu staat. We gaan nog richting Cuartel Moncada, waar op 26 juli 1953 de revolutie volgens velen officieel begon met een aanval tegen het regime van Batista. Het is ondertussen al vrij laat op de dag, dus Cuartel Moncada is al gesloten. We doen een blokje om en wandelen dan verder richting La 18.
Wat is dat, vragen jullie zich nu misschien af? Wel, La 18 is een bar op de 18e verdieping van een appartementsblok. Het is niet zomaar een bar, nee nee, het is een ijsbar! Om boven te komen, moeten we wel eventjes aanschuiven in de rij, want het aantal liften is beperkt. Beter nog, er is één liftje waar je met zo’n vijftal personen in kan. Je kent dat wel, zo een lift waarvan je denkt dat ze elk moment naar beneden kan vallen. Het feit dat een deel van de bovenkant open was, hielp natuurlijk niet bij die gedachte. Maar, als we ijsjes willen en een uitzicht over de stad, dan moeten we eventjes “afzien”.
In de ijsbar, La 18 dus, bestellen we allemaal een banana split, want heel veel stond er eigenlijk niet op de kaart. Je moet hier dan ook komen voor de locatie en niet zo zeer voor de ijsjes. Terwijl we zitten te wachten en ondertussen een kaartje leggen (UNO is altijd mee), zien we plots vuurwerk over de stad afgaan. Tot op dit moment weten we nog altijd niet goed waarom er vuurwerk was. Het enige dat we weten, is dat wij de gelukzakken waren die misschien wel het beste zicht hadden in heel de stad. Als kers op de taart komt net na het vuurwerk al direct ons ijsje. Met veel smaak (avondeten hadden we nog niet gehad), eten we onze ijsjes op en besluiten dan om nog wat door de stad te wandelen, op zoek naar a place to eat.
Natuurlijk, na onze dagen vol scampi’s, was het weer tijd voor Italian, of wat dacht je nu? We hebben genoeg keuze tussen de Italiaanse restaurants en kiezen uiteindelijk degene uit die ons het gezelligst lijkt. De Italiaanse sfeer hangt er zeker: rood-wit geruite tafellakens, kaarsjes op de tafels, … Heel gezellig. We kiezen allemaal voor één of andere pasta en eten ons buikje rond. We hebben namelijk nog veel energie nodig, want we gaan direct nog een stapje zetten in wereld. We hebben namelijk gehoord dat er ook in Santiago een Casa de la Musica is (of wat had je nu gedacht?).
We slenteren wat verder en vinden uiteindelijk de ingang (goed weggestoken). Aan de ingang worden we eventjes tegengehouden en we krijgen te horen dat de dames gratis binnen mogen. Een beetje discriminatie, als je het Tom en mij vraagt, maar we klagen niet, alles wat we kunnen krijgen is mooi meegenomen! Binnen in de Casa de la Musica is er nog niet zo veel volk. Het is ondertussen al iets na elf en we dachten dat het hier stampvol ging zitten, zoals in de andere steden. Maar dat is dus niet het geval. De enigen die daar zijn, zijn oudere blanke toeristen en veel te jonge Cubaanse deernes dis op zeer suggestieve wijze staan te dansen. Nu, ik wil niemand van iets beschuldigen, maar iets zegt mij dat er een prijskaartje aan die dansjes vasthing.
Als een uur later er nog steeds niet meer volk is, besluiten we dat het wel genoeg is geweest voor vandaag. We hebben onze gsm nodig om de weg terug te vinden, maar een goeie 20 minuutjes later kunnen we al slaapwel zeggen aan elkaar en richting onze kamers in Casa Aurora gaan. Na zo’n lange dag is het ook geen moment te vroeg. Morgen zien we jullie meer voor onze laatste avonturen in het oosten van het eiland (verder durven we niet gaan, want we zijn bang dat ze mijn gaan houden in Guantanamo).
Hasta mañana, amigos!
Geef een reactie