Jaja, het werk begint te komen. Waar we de eerste weken alles op het gemakje konden/moesten (want ja, er was niks geregeld) doen, worden we nu volledig ondergedompeld in de stage. Twee voormiddagen lesgeven, één volle dag werken in het Nationaal Archief en vier namiddagen les volgen, een mens zou er zot van worden. Reken daar nog eens bij dat we examens hebben in de week van 9 maart en ook nog eens vriendelijk zijn uitgenodigd bij de immigratiedienst omdat we anders als echte sans-papiers gaan leven vanaf 25 april en ik moet u niet wijsmaken dat we van het één naar het ander vliegen.
Ja lap, het is officieel! We zijn sans-papiers… Toch volgens de immigratiedienst. Allow me to explain. Op dinsdag trokken we vol goeie moed en met al onze papieren voor het verlengd verblijf richting de mortiersweg, niet ver van het KAP, waar de immigratiedienst was. We kwamen binnen in een grote zaal, waar je je moest registreren. Net zoals bij de Renmans mochten we dan een papierke nemen en konden we ons gaan zetten. Het enige verschil met de Renmans is dat ik hier niet met een kilo gekapt ga buiten komen (denk ik toch). Een half uurtje later mocht Lieselot langsgaan bij de vriendelijke mevrouw om alles te regelen. Het bleek al snel dat de mevrouw er vriendelijker uitzag dan ze echt was. Er was een probleem en dus ik ging ook eens luisteren, aangezien ik in hetzelfde schuitje zat. Blijkbaar is de wetgeving veranderd en moeten we een visum aanvragen vanuit België als je wil studeren in Curaçao. Oops! Guess what we didn’t have!? Uiteindelijk konden we hen overtuigen om te bellen naar Elica, de coördinator van Student Affairs op de UoC. Na een goed kwartiertje te zitten luisteren op een ingewikkeld papiaments gesprek (ik begreep er de ballen van), kregen we dan toch te horen dat we onze aanvraag mochten indienen. Elica was niet op de hoogte van de verandering in de wetgeving en de immigratiedienst op de luchthaven blijkbaar ook niet, anders waren we niet in het land binnen geraakt. Anyway, waar het op neer komt: we hebben onze aanvraag ingediend en we hebben momenteel een papiertje waarop staat dat de aanvraag is ingediend, maar dat dit ons niet het recht geeft om op Curaçao te verblijven. Ik kan dus zeggen dat ik minstens een weekje als illegaal heb geleefd. Laat ons nu hopen dat de aanvraag wordt goedgekeurd (met mijn strafblad kan dat nog eens voor problemen zorgen).
Na het lange wachten van de voorbije weken is het eindelijk zover: ik ben terug legaal, Ik ben sans-papier af, ik mag mij opnieuw onder de grijze mensenmassa rekenen, I am free (en nee, ik heb geen sok gekregen daarvoor). Het begon een beetje op een aflevering van Thuis te lijken, met heel wat plot twists en wat mensen op de immigratiedienst die even goede acteerprestaties neergezet hebben als de cast van Thuis, maar ik heb dan toch die stempel in dat boekje staan. We gingen dinsdag naar de immigratiedienst en op een half uurtje was de zaak al rond. Zo lang duurt dat dus. Bij deze kunnen jullie er dus zeker van zijn dat ik het land uit mag en dat ik jullie nog lang ga kunnen ambeteren in ons Belgenlandje.
“Bon bini na Kòrsou” waren ongeveer de eerste woorden die ik te horen kreeg toen mijn vliegtuig landde in Curaçao. Ik haastte me van het vliegtuig, vloog door de douane, griste mijn bagage van de band en rende naar de fontein (aka. our meeting point) om dan… tot de conclusie te komen dat Michiel er nog niet was. Die island time zit er dus al goed ingebakken! Na een minuutje of 10 kwam hij dan op ’t gemakje afgewandeld en was het een superblij weerzien! Omdat het tijdens mijn bezoek toch ook echt vakantie is voor Michiel, heeft hij met plezier de blogpost-duty aan mij overgedragen (tradities zijn er immers om in ere te houden!). Ik kan wel al beloven dat het een lange wordt, want we hebben enorm veel gedaan de afgelopen week! Off we go!
T-minus 16 weeks. Niet dat ik aan het aftellen ben, want ik amuseer mij hier best goed, maar de eerste week zit erop. En wat voor een week was dat ook?! Van Pier naar Pol vliegen, afspraken vastleggen, weinig concreet regelen, nieuwe afspraken vastleggen, opnieuw weinig concreet regelen, de eerste lessen volgen, … Het was een heel gedoe! Al goed dat we het weekend hadden om er eens van te bekomen. Jullie weten al hoe zaterdag voor ons was, maar op zondag was er toch opnieuw een avontuur vastgelegd. Het was tijd voor ons eerste echte bezoek aan het strand.