Following the stars: Cuba edition
Geschreven door Michiel op 14 juli 2017
Het is 8u en het zonnetje schijnt al door het raam. Klaar voor een nieuwe dag! We genieten eerst van een korte, maar deugddoende douche om daarna aan te schuiven aan de ontbijttafel. Zoals bij de meeste casa’s is er vanalles voorzien: fruit, brood, charcuterie, versgeperst sap, … Het was weer in orde. Het fruit komt rechtstreeks van de bomen in de achtertuin van Arjo. Het enige waar je van moet oppassen, is dat de papaja’s niet op je hoofd vallen, want zo’n deugd doet dat niet.
Vandaag gaan we zoals gezegd voor de tweede keer op stap met Arjo, maar hij is momenteel nog naar de immigratiedienst om onze whereabouts aan te geven. Want zoals eerder gezegd, elke dag moet onze locatie doorgegeven worden hier in Cuba. Op elk moment moet de overheid weten waar we zijn en waar we naartoe gaan. Uiteindelijk komt Arjo er met enige vertraging dan toch door. Omdat het ondertussen al zo laat is, stelt hij voor om toch met de auto naar de stad te gaan. We hallen Caballo dus van stal en zetten koers richting Camagüey.
Arjo besluit om ons via de scenic route (wees gerust, niet zoals die onderweg naar Viñales) te laten nemen en toont ons enkele andere stukjes van Camagüey. We passeren ook voorbij het eerste huis van Arjo en rijden door tot aan de psychiatrische instelling. We denken er eventjes over na om iemand af te zetten, maar besluiten uiteindelijk dat iedereen mag blijven (hoera). We maken rechtsomkeer en rijden nu opnieuw richting het centrum, waar we aan het station parkeren, wat toevallig ook het begin van de winkelstraat is. Nu, we zijn hier in Cuba al heel wat sporen overgereden (we weten het maar al te goed, want niet stoppen aan een treinspoor kan je een fikse boete opleveren), maar de oude decoratieve trein bij het station is misschien wel de eerste trein die we hier zien.
Niet veel later slenteren we samen met Arjo door de winkelstraat. Hij had gelijk, heel veel leven, maar de straat is duidelijk niet voorzien op toeristen. Camagüey is dan ook niet de meest toeristische stad van Cuba. Enkele jaren geleden is de stad volledig vernieuwd voor zijn 500-jarig bestaan, maar dat is nog niet echt geweten bij de toeristen. Dus, de winkelstraat voorziet dan ook vooral in de noden van de lokale bevolking. Kledij, elektronica, … Ik heb zo’n gevoel dat we hier niet moeten zijn voor de souvenirs. Maar, het blijft wel leuk om eens te zien. De dames gaan eens binnen in een klerenwinkel, terwijl Arjo Tom en mij meeneemt naar een hardware store. Nu, niet dat ik koelkasten, ventilators en schoppen niet leuk vindt, maar zo speciaal was het niet. In ieder geval, we kunnen nu zeggen dat we in een winkelstraat in Cuba hebben gelopen.
Arjo toont ons ook enkele van de betere hotels. We lopen eens binnen, bekijken de binnenplaatsen en gaan dan terug buiten. Enkel die sticker van “toerist” ontbreekt nog op ons voorhoofd. Maar toegegeven, het is wel daarvoor dat we hier zijn. En dat heeft onze host ook wel door. Hij neemt ons mee naar Plaza de Carmen, waar een niet misse kathedraal te vinden is, samen met nog wat andere tourist traps.
Voor we naar het einde van het pleintje lopen, bezoeken we eerst een kleine galerij. Een paar kleine kamertjes, vol met kunstwerken, het heeft wel wat. Helaas zit er niet veel bij dat we echt leuk vinden, dus we kopen niks. Bij het buitenkomen uit de galerij zien we een bronzen kunstwerk staan. De 3 roddelende “wijven”. Dat zijn 3 vrouwen die op een stoel zitten in een cirkel en er is nog één stoel vrij voor een vierde persoon. Het toeval wil dat wij ook wel iemand meehebben die al graag eens babbelt én graag op de foto gaat, dus Magalie gaat zitten voor een kleine fotoshoot. Niet voor lang, want ik zei “bronzen” standbeeld, in de vlakke zon… Dat het lekker warm is, moet ik jullie waarschijnlijk niet vertellen. We lopen verder over het pleintje en Arjo toont ons nog een bronzen standbeeld. Het is het beeld van een man die in de krant zit te lezen en op een bankje zit. Iets verder zien we een man zitten die er wel verdacht veel op lijkt. Arjo vertelt ons dat dat geen toeval is. De man die iets verder zit, is namelijk de man die hier staat afgebeeld. Hij is de architect van de kathedraal die op dit plein staat en werd enkele jaren geleden bij de vernieuwing van de stad gehuldigd met een standbeeld. Voor een 2-tal cuc komt hij naast zijn standbeeld poseren en kan je samen met hem op de foto. En laten wij nu net 2 cuc op zak hebben zeg. Een paar foto’s later zijn we klaar om terug te gaan richting de auto, Camagüey vaarwel te zeggen en ons avontuur verder te zetten.
Voor we dat avontuur inzetten, moeten we eerst Arjo nog bij hem thuis droppen en een plekje vinden om te tanken. Arjo zegt dat we bij hem in de buurt kunnen tanken voor een lagere prijs. Dat moet je ons natuurlijk geen twee keer zeggen (dat komt ervan, 1 dag met een Hollander op stap en we zijn al manieren aan het zoeken om minder geld uit te geven). Arjo vertelt ons dat de benzine voor toeristen (especial) eigenlijk dezelfde is als de benzine voor locals. Het enige verschil: de prijs. Al wat je dus moet doen, is de bediende “omkopen” en dan mag je goedkoper tanken. Het scheelt je al snel enkele cuc, maar of het ons dat waard is, zullen we zien de volgende keer dat we tanken! In ieder geval, we droppen Arjo bij hem thuis, bedanken hem voor de rondleidingen en springen in de auto met bestemming Holguín en daarna Guardalavaca!
Een kleine drie uurtjes later staan we al op onze eerste tussenstop: Plaza de la Revolución in Holguín. Eigenlijk is er niet veel te doen in Holguín, maar om de lange autorit een beetje te breken, beslissen we om hier onze benen eens te strekken. We parkeren op de parking van een hotel en gaan te voet verder. Het lijkt erop dat het “gesloten” is, want er is zo goed als geen volk en de bewakers (inclusief guard dog) patrouilleren volop langs het terrein. We vragen of het ok is om rond te lopen en dat is geen enkel probleem. We nemen wat foto’s, doen een tour de terrain en eindigen bij het standbeeld van de moeder van Fidel. De bewakingsagent komt erbij staan en geeft ons wat extra uitleg, die ik ondertussen al lang vergeten ben (zeggen dat ik het vergeten ben is beter voor mijn ego dan zeggen dat ik de helft niet begreep). We wandelen nog een klein beetje verder richting het hotel en springen dan opnieuw in de auto (bijna zonder onze car guard te betalen) richting Casa El Cayuelo in Guardalavaca.
Een groot uurtje en een smooth ride later rijden we al op de oprit van de casa. We zijn aangekomen bij José, de eigenaar van een kleine finca niet ver van het strand van Guardalavaca. Het ziet er enorm gezellig uit, met een terrasje aan de achterdeur die over de velden uitkijken. Aangezien we nog wat daglicht overhebben, en we er toch een vrij lange autorit op hebben zitten, besluiten we om onze benen nog eens te strekken en een strandwandeling te gaan maken. Hier in Guardalavaca is het het eerste strand waar we echt schelpen vinden, dus wat doet een mens van 27 dan? Juist ja, schelpen rapen! We zoeken er de mooiste uit om mee te nemen en vinden ook enkele witte stenen met een ster bovenaan. Dat blijkt koraal te zijn. We zitten hier immers aan het tweede grootste koraalrif ter wereld (enkel het Great Barrier Reef in Australië is groter). Dus, onze aandacht schuift uiteraard van schelpen naar sterren. We zoeken ook het mooiste stukje koraal om mee te nemen en na een korte wandeling zijn de dames heel wat schelpen en koralen rijker. Souvenirs uit Guardalavaca, check!
Ondertussen is de zon al goed aan het zakken en kunnen we genieten van de zonsondergang over de oceaan. Onze wandeling bracht ons tot aan een pier bij één van de hotels in de buurt, wat de perfecte plek blijkt te zijn om wat foto’s te nemen van de ondergaande zon. De rode gloed over de oceaan, in combinatie met de pier en het water leveren wat prachtige foto’s op die zo in de boekjes zouden kunnen. We genieten met z’n vieren tot de zon helemaal verdwenen is en wandelen dan terug langs de baan naar onze casa, op zoek naar een plekje om te eten.
We belanden uiteindelijk in het enige restaurant dat we tegenkwamen, op nog geen 200m van onze casa: La Uve. Voor zij die verwachten dat we weer Italiaans gaan eten: you’re wrong. La Uve serveert vooral visgerechten en dat is dan ook wat we gaan nemen. Iedereen neemt een portie scampi’s met frietjes. Ja, what can we say? We blijven Belgen, after all. Maar, het blijkt een goeie keuze te zijn. Zowel de scampi’s als de frietjes zijn superlekker. Het restaurant heeft ook een eigen mascotte, it seems. Er is een witte kat die ronddoolt en overal wat komt schooien. Nu, ik kan het niet laten en geef de kat te eten van enkele scampi’s die overblijven. Het is een beetje een schrokop, de kat, maar wel een “lieveke”.
Ondertussen wordt het al wat later en besluiten we richting onze casa te trekken. Ik zeg nog snel vaarwel tegen mijn nieuwe vriend en daar gaan we. In de casa aangekomen, besluiten we om de dag af te sluiten met een spelletje Uno. De dames lijken de betere te zijn en drogen ons af. Het is natuurlijk enkel maar omdat Tom en ik hen laten winnen. Want ja, wij zijn echte gentlemen! Na het spelletje Uno is het tijd om onder de lakens (of er op, want het is hier nog altijd goed warm) te kruipen, want morgen hebben we weer grote plannen. Welke dat zijn, dat kunnen jullie lezen in onze blog van morgen!
See you there!
Geef een reactie