In the footsteps of Hemmingway
Geschreven door Michiel op 5 juli 2017
Buenas, amigos!
Na een korte nacht is het opnieuw tijd om Havana te verkennen. We pikken eerst nog een ontbijtje mee (dit keer met geslaagde koffie, zonder Mac Gyver-trucjes) en vertrekken dan richting het winkelcentrum, maar dit keer met een andere missie. We willen een classic car scoren richting Finca Vigía, het huis van Hemmingway in Havana. “Taxi, taxi?” We worden het ondertussen al gewoon, maar deze keer was het welkom. We gaan mee met de eerste de beste persoon die ons aanspreekt en hij brengt ons naar een vriend die een taxi heeft. Een classic car is het zeker, enkel niet degene die je verwacht als je classic car zegt. Het was classic als in: “de deur valt er net niet af”. Na een twintigtal minuutjes in een veel te krappe taxi te zitten (I mean seriously, het was smart-formaat and some of us are not) komen we aan de poort van Finca Vigía, het domein van Hemmingway.
Op de parking is een openluchtbar waar een groepje aan het spelen is. De sfeer was al direct gezet. We kopen de tickets en gaan richting het huis. Aan de buitenkant ziet het er op het eerste zicht een vrij normaal huis uit, maar eenmaal dichter merk je direct dat het toch dat tikkeltje extra heeft. Aan de deur hangen lintjes om de toegang af te sluiten. Je kan binnen kijken, maar niet binnengaan. Maar het is genoeg om de sfeer op te snuiven. Ik snap waarom je hier zou willen wonen. Alles loopt in elkaar over, alles is zeer open, … Het perfecte huis dus. Reken daarbij dat er ook een aparte studie is en dat je een zwembad hebt, en je wil hier nooit meer weg. We lopen nog even rond in het huis en gaan een kijkje nemen aan de studie, met uitzicht op Havana. Een frisse duik in het zwembad zat er helaas niet in, hoewel die zeer welkom zou geweest zijn. Nog snel wat foto’s trekken, wat shopping doen, iets drinken aan de openluchtbar (met goeie salsamuziek) en daarna terug richting Habana Vieja.
Om het avontuur compleet te maken (en vooral om niet in een veel te krappe taxi te moeten kruipen), besluiten we om eens de bus te nemen. Magalie vraagt nog snel eens in de gift shop waar we de bus kunnen nemen en hoeveel dat kost. Eén peso blijkbaar (Moneda Nacional, ongeveer 1/24 van een euro). Als we zeggen dat wij geen Moneda Nacional hebben, krijgen we direct 4 pesos toegestoken van de uitbater en een klant. Als we nog niet hebben gezegd dat Cubanen echt vriendelijke mensen zijn, dan doen we het bij deze: Cubanen zijn echt vriendelijke mensen! Nog even wachten op de bus en als hij toekomt, blijkt dat 4 pesos ons niet gaan brengen waar we moeten zijn. Uiteindelijk geven we 0.75 cuc en mogen we opstappen. Achteraf bleek dan dat we er toch op gelegd zijn. Blijkt dus dat niet alle Cubanen zo vriendelijk zijn (maar wij hebben al gemerkt dat dat eerder de uitzondering is dan de regel). We zullen er in ieder geval geen boterham minder voor eten, maar het toont wel dat we toch steeds moeten opletten. De busrit verloopt vlot, maar we hebben toch één klein probleempje: we weten niet waar we moeten afstappen. Ik probeer mee te volgen op de kaart, maar dat lukt niet altijd even goed. Telkens als ik denk te weten waar we zijn, blijkt dat we daar dan toch niet zijn. Net als ik volledig de kluts kwijt ben, draaien we op het plein voor El Capitollo. Check referentiepunt!
De rest van de dag hebben we voorbehouden voor dingen die we niet hebben kunnen doen in de afgelopen dagen. Eentje daarvan is het Museo de la Revolucion. We maken een klein wandelingetje voorbij El Floredita richting het museum. Onderweg worden we aangesproken door Bicytaxi’s (niet te ver zoeken: fietsen die taxi’s zijn) om ons naar het museum te brengen. Op dat moment vonden we dat niet nodig, maar later zouden ons voetjes daar anders over denken. Het Museo de la Revolucion is het oude Palacio Nacional. In 1959 vielen de revolutionairen hier binnen om president Batista af te zetten. Na een succesvolle aanval werd hier dan ook de nieuwe regering samengesteld. In het paleis kan je nog overal gaten in de muren zien van de gevechten. Ook de tentoonstelling is enorm interessant, vooral omdat onze kennis van de revolutie tot nu toe nog eerder beperkt was. Over elke held van de revolutie is wel iets te vinden, behalve over die ene mystery man: José Marti. Je ziet overal standbeelden van hem, maar nergens, in geen enkel museum, hebben we gevonden wat hij nu eigenlijk heeft gedaan. Onder het motto “Who the fuck is José Marti” lopen we door de rest van het museum, maar niks te vinden. Jullie mogen er zeker van zijn dat we gaan ontdekken wie het is, maar het zal niet vandaag zijn. We’ll keep you posted on the progress though. Na door het museum binnen te lopen, gaan we nog snel naar de buitenexpositie, waar onder andere de boot ligt waarmee de Ché en de eerste revolutionairen naar Cuba zijn gekomen voor de invasie van “Granma” (nee, niet grandma, Granma is een regio). We scoren in de gift shop nog een paar souvenirtjes (sorry, geen details, souvenirs are classified) en we zetten onze tocht verder richting Calle Obispo.
Wat is Calle Obispo, you ask? Wel, het is de meest toeristische straat van heel Havana, gevuld met winkeltjes, restaurants en live muziek en dat acht blokken lang. We slenteren door de straatjes en lopen winkel in en uit. Zoals elke goede toeristische winkelstraat heeft elk winkeltje natuurlijk hetzelfde in de aanbieding en koop je bij de meest sympathieke (of goedkope) marchand! Helaas pindakaas, zo zijn er weinig in deze straat en als we op het einde komen, zijn we een hoedje tegen de zon rijker, maar dat is het dan ook zowat. Calle Obispo eindigt waar we twee dagen geleden met Lizerato hebben gewandeld, dus we kunnen wel zeggen dat we Habana Vieja zo goed mogelijk hebben verkend. Aangezien de dames toch wel echt nog een souvenir wilden, liepen we een stukje verder, tot aan Plaza Vieja, om dan nog iets verder te lopen tot aan de Galleria van twee dagen geleden. We worden begroet met een “My friends, you have come back”, waarna Eduardo dolenthousiast op ons af komt. “Come, come, I open for you.” Blijkbaar was hij al gesloten, maar voor ons wilde hij wil opnieuw open doen. Hij haalt alles terug uit en showt al zijn artwork. Na enkele moeilijke beslissingen, onderhandelingen over de prijs en een handshake, hebben Magalie en Annelien elk 2 schilderijtjes gescoord bij Eduardo. Souvenirs, check!
Na zo’n lange dag hebben we toch ook wel wat honger, dus we besluiten om terug richting Calle Obispo te gaan om een leuk restaurantje te zoeken. Zo gezegd, zo gedaan; Onze ondertussen zeer pijnlijke voeten dragen ons richting de toeristische trekpleister. We beklagen het ons nog altijd dat we die bicytaxi’s niet hebben genomen toen we de kans hadden. We vinden niet direct iets wat ons leuk genoeg lijkt om te gaan eten, dus Annelien stelt voor om naar een restaurant te gaan dat ze onderweg naar de Galleria heeft gezien. Als we bijna aan Plaza Vieja zijn, komen we het restaurant tegen en iedereen laat zich vallen op zijn stoel. Ocharme onze voetjes. Geen live muziek maar wel supergezellig! Een groot uurtje later komen we terug buiten met onze buikjes rond gegeten, en onze voetjes in dezelfde staat als ervoor, maar lichtjes uitgerust.
We begeven ons opnieuw richting Calle Obispo voor het laatste deeltje van onze rit. We zijn de dag begonnen in de voetsporen van Hemmingway en zo gaan we hem ook afsluiten. Net als Hemmingway, gaan we een daiquiri drinken in El Floredita. We komen toe en blijkt dat je daar kan eten. Maar we zijn hier om te drinken, niet te eten! We bestellen 3 daiquiri’s en één virgin daiquiri en beide versies zijn zeker aan te raden! Ik moet zeggen, ik snap Hemmingway wel als hij zegt dat hij hier de beste daiquiri ooit gedronken heeft. Die man weet waar hij over spreekt. Ze noemen El Floredita naturlijk niet voor niks de geboorteplaats van de daiquiri. Aangevuld met live muziek (en het gezelschap natuurlijk) is dit op zijn minst een zeer geslaagde afsluiter van Havana te noemen.
Laatste missie van de dag: thuis geraken. Menig reiziger in de groep heeft ondertussen wat last van de voetjes, zoals eerder gezegd, dus we moeten misschien naar een oplossing zoeken. Als we dan net voor de deur coco taxi’s zien staan (hoe veel taxi’s kan een stad hebben?), dan is de beslissing snel gemaakt. Coco taxi’s zijn overdekte moto’s en dus perfect om ons terug thuis te brengen. Eerst nog eventjes onderhandelen over de prijs (menig zakenman kan nog een lesje leren van ons) en we snorren richting onze casa. Ik denk ook dat we de party coco taxi’s hadden gevonden, want beiden hadden muziek. Een kleine 10 minuutjes later komen we aan aan onze casa. We pakken alles nog eventjes in, laten onze voetjes wat bekomen en verfrissen we ons een beetje. Op dat moment krijgen we opnieuw een verrassing. Jullie denken bij cucaracha misschien aan het liedje, wij ondertussen al aan het beestje. Na onze vangst van gisteren, hebben we vandaag dus een tweede vriendje gevonden. Bij gevolg hebben we ook een tweede deksel in de badkamer liggen. Prachtig zicht, dat we, maar hopelijk komen we geen vriendjes meer tegen. Na het opfrissen kruipen we in ons bedje, want morgen is de grote dag: dan gaan we de auto ophalen en beginnen we aan onze rit rond Cuba! Morgen zijn we er dus weer met meer weer!
Geef een reactie